Canyonlands National Park – zaterdag 29 september


Dit is de laatste dag in Moab, we gaan vandaag naar Canyonlands National Park. Het derde grote park in deze omgeving. We rijden eerst nog even naar de supermarkt voor een paar lekkere broodjes voor de lunch en wat donuts, nog een zijsprong naar de State Liquid Store en dan gaat het uitje voor vandaag beginnen. Een uurtje rijden, dan komen we bij de ingang van Islands in the Sky van Canyonlands National Park. Het hele park bestaat uit drie gedeelten,  gescheiden door de Green River en de Colorado River. De Green River en Colorado River komen in het midden van het park samen en gaan dag verder als Colorado River. The Maze district ligt ten westen van de Green River en is alleen toegankelijk voor 4-wheel-drive terrein auto’s en backpackers. The Needle district ligt ten oosten van de Colorado River en The Island in the Sky district ligt in de vork ten noorden van de beide rivieren. De ingang van The Island in the Sky en van The Needles liggen 110 miles uit elkaar. 
Voor ons dus vandaag alleen The Island in the Sky. De Island of de Sky is een hoog plateau waarop we gaan rondrijden en de diverse canyons gaan bekijken. Door erosie van temperatuur, wind en water (rivieren en overstromingen) zijn de canyons diep uitgesleten en is de harde gesteente minder hard gesleten dan het omliggende materiaal en vaak honderden meters diep. Na het Visitor Center is de eerste stop bij Shafer Canyon Overlook, hier kunnen we in de diepe canyon de onverharde trail road zien die begint bij het Visitor Center. Deze weg is alleen geschikt voor 4-wheel-drive auto’s, we zien er een paar langzaam over de slingerende weg naar beneden rijden. Het lijken mieren die langs de wanden naar beneden lopen. (klik even op de foto om het autootje te kunnen ontdekken) Dat moet best een heel aparte ervaring zijn, voor dit soort wegen en het off-the-road rijden komen ze dan ook van heinde en verre om deze sport te beoefenen.
Dan rijden we door naar de Mesa Arch, deze is vanaf de parkeerplaats te bereiken via een korte trail van 800 m. over een kleine heuvel heen. Achter de heuvel is een grote Arch gevormd in de rotsen, door de grote boog heen kijken we uit op de kloven van Canyonlands met daar achter de La Sal Mountains. 
Een enerverend gezicht dat zo’n grote stenen boog tegen de rotsen geplakt blijf zitten. De moeite waard om daar even voor te klimmen.
We rijden door naar Grand View Point Overlook, daar hebben we een heel weids uitzicht over Canyonlands met in de verte de Green River, helaas is het weer, ondanks dat het 30º C is en bijna onbewolkt, niet helder genoeg om er goede foto’s van te kunnen maken. 
We slaan de trail naar het uiterste puntje van de Grand View Point dan ook maar over, lopend om het parkeerterrein heen krijgen we al een aardig beeld. We rijden 6 miles terug en slaan dan af naar Upheaval Dome. Hier kunnen we vanaf het parkeerterrein niets zien dus moeten we de trail naar boven wel lopen. Het pad van 1300 m gaat hier redelijk stijl omhoog over een pad dat soms bestaat uit los zand en soms uit gladde rotsen. 
Hijgend, puffend en zwetend komen we boven bij de eerste overlook en worden dan beloond met prachtig uitzicht. We staan aan de rand van een grote krater die het gevolg is van een meteorietinslag, in de krater heeft zich daarna zout en mineralen opgehoopt en zijn er witte bergjes ontstaan. De tweede overlook nog eens 500 m verder slaan we over en we klauteren weer naar beneden. In de camper vlug de generator gestart om de airco op volle toeren te laten draaien, een ijsje uit de diepvries en we koelen weer af tot aanvaardbare temperatuur. Nog één zijweg te gaan, dat is naar Green River Overlook. Dit punt wordt aangeraden bij zonsondergang, maar als wij er tegen vijf uur aankomen staat de zon ons recht in ons gezicht aan te staren en kunnen we van het uitzicht niets vastleggen. We zien heel in de verte de Green River lopen en verder is het vooral erg heiig. We hebben geen zin om twee uur te wachten en we aanvaarden de terugreis naar de campground om een maaltje te koken en verslag te doen van deze dag. 
Zo nu hebben we wel even genoeg van rode rotsen, buttes, canyons en overlooks, morgen gaan we verder naar het zuiden, iets warmer en nog meer wilde natuur en woestijnen. Maar ook daar zijn natuurlijk weer canyons en riffen. We gaan het meemaken!

Vandaag gereden: 109  miles
Totale afstand:  2729 miles

Dead Horse Point – vrijdag 28 september


We maken er vandaag een luie dag van, gisteravond gingen we pas om 2 uur naar bed, we hebben wat te lang stilgestaan bij het feit dat we op de helft van de vakantie zijn. De conclusie was dat we tot nu toe al erg veel gezien en beleefd hebben en dat we nog lang geen zin hebben om naar huis te gaan. We hebben geen wekker gezet en worden pas om half elf wakker, dat is dus ook vakantie vieren. Na het (late) ontbijt gaan we downtown Moab eens verkennen. Het is niet zo’n groot centrum, niet meer dan één straat. We slenteren langs wat winkels en lopen hier en daar naar binnen op zoek naar leuke hebbedingetjes. Het is vandaag 30º C dus erg lang winkelen we niet, we zoeken de koelte van de camper weer op. 
Halverwege de middag rijden we naar Dead Horse Point State Park, zo’n 35 miles van Moab. In dit Statepark moeten we wel entree betalen, onze Nationale parkenpas is hier niet geldig.
Dead Horse Point is een klein hoog gelegen park met uitzicht over de 600 meter lager gelegen Colorado River. De toegang tot dit doodlopende plateau is op het smalste gedeelte maar 27 meter. Vroeger werden de wilde mustangs door cowboys naar dit punt gedreven. De smalle toegang werd dan afgesloten met een hek zodat hier een natuurlijke kraal gevormd werd. De cowboys zochten de mooiste paarden eruit om te temmen en lieten de rest weer vrij. Om onbekende reden zijn deze dieren een keer niet vrijgelaten, ze zijn omgekomen van de dorst met uitzicht op de Colorado River 600 m onder hen.
We rijden de enige verharde weg naar het Dead Horse Point overlook en zien in de diepte het groene water van de Colorado River die hier een bocht maakt om een grote rots heen. In de verte zien we de hoge kliffen van Canyonlands, daar gaan we morgen naar toe. Er zijn hier wel een paar wandelpaden maar we willen de voeten nog wat rust gunnen, morgen moeten ze er weer vol tegen aan.
Het is bijna vijf uur als we het park verlaten en terug rijden naar Moab. We komen weer langs Arches National Park en omdat de zon al aan het zakken is besluiten we nog niet naar de camping terug te gaan maar Arches nog een keer in te rijden om nog wat foto’s te maken bij zonsondergang. 
Nu de zon zo laag staat en het licht al wordt gedempt zijn de hoge buttes nog mooier van kleur. We komen weer langs Balanced Rock en lopen nu toch het rondje eromheen wat we gister niet meer konden. Dan gaan we naar the Windows Section om daar de zon onder te zien gaan. We zijn alweer niet de enigen, het eerste parkeerterrein is al vol. We vinden nog een plekje op het lager gelegen parkeerterrein en klimmen naar de Turret Arch om vandaar de North en South Window te kunnen fotograferen. Om ons heen zien we velen met camera’s om hun nek en grote statieven slepen om dezelfde foto’s te maken als wij. In de laatste zonnestralen zijn de rotsen knal oranje.
Als de zon dan echt onder is volgt de grote uittocht richting uitgang van het park. Het is al over achten als we op de camping aankomen, de geplande maaltijd voor vandaag moet maar tot morgen wachten, we bakken nu een eitje op brood en gaan het verslag voor de blog schrijven. Het is vrijdagavond dus het wordt al wat drukker op de campground. Veel Amerikanen vieren het weekend graag buiten de deur en zoeken vertier in dit soort gebieden. Op onze campground zien we nu weer gasten komen met crossmotors of aanhangers met off-the-road voertuigen en buggy’s. 
In de parken zijn speciaal voor deze stoere, sportieve sporten lange off-the-road trajecten uitgezet, ver weg de andere bezoekers. Deze parken zijn zo groot dat er van overlast geen sprake is. Vergunningen, milieueisen, geluidsoverlast, veiligheidsvoorzieningen, begrenzing van voertuigen, naleving en toezicht, het is hier allemaal niet tot op de komma geregeld, toch het land van de ongekende mogelijkheden?

Vandaag gereden:  101 miles
Totale afstand: 2620 miles

Arches National Park – donderdag 27 september


Er zijn bij Moab drie Nationale Parken waarvan Arches de bekendste is. Dat is het park wat we vandaag gaan bezoeken. Het is ongeveer 8 miles rijden vanaf de campground. Bij de ingang laten we onze Annual Pas zien, de pas die een jaar lang toegang geeft tot alle Nationale Parken, en krijgen zoals altijd een plattegrond van het park met alle wegen en trails. Er is één lange weg door het park met maar twee doodlopende zijwegen, de gehele route is 36 miles lang. 
We bezoeken eerst het Visitor Center waar we alvast wat te weten komen over het ontstaan van de rotsen en bogen in het park en we bekijken een korte film gemaakt door Discovery Channel. Dan stappen we in de camper en beginnen aan de lange route door Arches National Park. Langs de weg zijn diverse fotogenieke stops aangegeven, waar  we dankbaar gebruik van maken. Het eerst viewpoint is tevens het begin van de eerste trail die een mile om een butte (een opvallende geïsoleerde heuvel met steile, vaak verticale zijden en een kleine, relatief vlakke bovenkant) heen loopt en verderop weer op de weg uitkomt. Beetje lastig voor ons want iemand moet toch die camper naar het eindpunt van de trail brengen of we moeten ook weer 1 mile teruglopen. 
Die slaan we dus over en we rijden naar de volgende viewpoint waar deze trail dus uitkomt. Er staan op de viewpoints borden met uitleg over rotsen waar we op uitkijken, zo kunnen we hier o.a. de Sheep Rock zien. Je moet er een beetje fantasie voor hebben, maar als je de rots vanuit de juiste hoek bekijkt is het inderdaad een schaap die erbovenop ligt.
Vlak voor de eerste afslag komen we langs Balanced Rock, hier ligt een grote ei-vormige rots te balanceren op een staande rotspilaar. De bijbehorende parkeerplaats is overvol, onze camper past er niet meer bij, het is toch best druk in dit park. We slaan deze rots maar even over, die komt op de terugweg dan wel en slaan de zijweg in naar The Windows Section, waar de North en South Window te zien zijn. We komen eerst langs de Garden of Eden, een leuke partij rode rotsen maar de clou snappen we niet. Na een korte donut-stop rijden we verder richting de windows tussen hoge rotsen door. 
We parkeren de camper en klimmen de trail naar het North Window en South Window en dan naar de er tegenover liggende Turret Arch. Alle drie zijn enorme bogen, arches, die door de natuur gevormd zijn. Ze liggen een stuk hoger dan de parkeerplaats maar de trail is in de vorm van een trap en redelijk goed te doen. Het is fantastisch om in de grote bogen te staan, het klinkt er heel hol en we voelen ons weer erg nietig. 
Terug bij de camper is het inmiddels tijd voor de lunch, we eten een paar broodjes en dan is er aan de andere kant van de parkeerplaats nog een korte trail van een halve mijl naar de Double Arch, een dubbele boog zoals de naam al zegt.
We vervolgen de hoofdroute tot we bij de zijweg naar Delicate Arch komen. Deze boog is vanuit de camper niet te zien en om er bij te komen wordt een trail aangeraden van 4 miles, waarbij je flink moet klimmen zonder schaduw. Wij zien dat niet zo zitten, de temperatuur is inmiddels opgelopen tot zeker 30º C we rijden een stukje verder naar het viewpoint vanwaar de Delicate Arch wel te zien is. 
We kunnen kiezen tussen de Lower Viewpoint, 90 m en geschikt voor rolstoelen en watjes of de Upper Viewpoint, een halve mijl lopen. We laten ons niet kennen en gaan naar de Upper. Of dat achteraf zo’n goed idee was weet ik niet want de Upper ligt echt hoog, we moeten die halve mijl stevig klimmen over een slecht begaanbaar pad. Boven hebben we echter wel een mooi uitzicht, niet alleen op de Delicate Arch maar ook over de gehele valley met de fel groen gekleurde zoutvlaktes.
We worden al flink moe en de voeten beginnen wat te protesteren maar we willen de rest van de route zeker volbrengen. 
Dan komen we langs de parkeerplaats van Sand Dune Arch, omdat we geen enkel uitzicht willen missen stoppen we ook hier. Heel in de verte zien we de Broken Arch en de moed zinkt in onze schoenen, dit kunnen de voeten niet meer aan om daar naar toe te lopen. 
We lopen echter toch een klein stukje richting een kleine wegwijzer en worden verrast door een nauwe opening in de rotsen waarnaar verwezen wordt. We wagen het erop en persen ons er door heen. 
Dan komen we op een soort binnenplaats tussen de enorme hoge rotsen. Alles om ons heen is rood, zowel de stenen als het mulle zand waar we op lopen en hoog boven ons is de azuur blauwe lucht. Midden tussen die rotsen is weer een prachtige boog te zien, inderdaad de Sand Dune Arch. De pijn in de voeten is even vergeten.
We naderen het eindpunt van onze route, de Devils Garden. Hier zijn weer een aantal Arches te zien maar de meesten liggen kilometers ver, de hele trail is 5 miles op en neer met fikse hoogteverschillen. De grootste boog, de Landscape Arch met een spanwijdte van 88 m. is de bekendste van Arches National Park. We gaan er nog een keer voor en lopen en klimmen een dikke kilometer heen naar Landscape Arch, We drinken nog maar eens een flesje water en aanvaarden de terugreis. Onze voeten protesteren, we hebben het warm en het klimmen en dalen is sterk terug te voelen in de knieën, kuitspieren en Cathy’s gevoelloze kleine teentjes. We zijn oprecht blij als we in het dal beneden en klein wit campertje zien staan.
Op de terugweg naar de uitgang van het park komen we weer langs de Balanced Rock, waar het op de heen weg zo druk was. We stoppen toch nog maar even en wandelen (oh help) een stukje naar de Rock. Tot 1975 stond er nog een kleinere soortgelijke balancerende rots naast maar die is tijdens de winter door de vorst eraf gevallen. Het is een kwestie van tijd voor ook de grote een keer naar beneden komt. Dat geldt in principe voor alle rotsen, bruggen en buttes, de erosie gaat verder en uiteindelijk zal al dat moois binnen tientallen miljoenen jaren gaan verdwijnen.

Het is al half zeven als we eindelijk terug zijn op de campground, er zijn geen nieuwe campers bijgekomen we zijn nog steeds alleen op het trekkersveld. Op de barbecue maken we een sirloin klaar, met wat friet en sla is dit een koningsmaal. Alle trails bij elkaar hebben we vandaag meer dan 11 kilometer gelopen en geklommen en onderweg 8 flesjes bronwater leeg gedronken. Was het nu een inspannende of juist ontspannende vakantie?  Wij weten het nu even niet meer! 


Vandaag gereden:  64 miles
Totale afstand:  2519 miles

Moab – woensdag 26 september


Ondanks de afstand die we nog moeten rijden doen we rustig aan en staan wat later op dan gewoonlijk, nemen uitgebreid de tijd om te ontbijten, douchen en koffie drinken. 
We beantwoorden nog wat mails, want wat wordt onze Blog goed gelezen en wat krijgen we veel leuke reacties per mail. De receptie van de campground  is nog steeds niet open dus we doen onze douche sleutel maar in de brievenbus, zoals onze eerdere instructie luidde. Nog even tanken en dan vertrekken we, het is al half elf. We hebben een paar uur voor de boeg waarvan de helft over de Interstate, waar we een paar road-trains tegenkomen en de rest van de rit gaat over een rustige highway. Na een kleine koffie pauze onderweg arriveren we om half twee in Moab. We bezoeken de plaatselijke supermarkt en slaan proviand in om zeker drie dagen te kunnen overleven en gaan dan lunchen bij Wendy’s. Dit is onze eerste echte Amerikaanse hamburger, het moest er toch een keer van komen. De campground voor de komende vier nachten hebben we via internet gereserveerd dus we hoeven er niet op tijd te zijn. 
We gaan dan ook eerst maar een scenic byway rijden. Wel de kortste van de drie die worden aanbevolen, die duurt immers al een uur en dat gerekend zonder de nodige foto stops. We rijden de hele Potash Road, een doodlopende weg tenminste als je geen dirt-roads mag rijden zoals wij, dus we moeten ook de volle 17 miles weer terug. We rijden langs de Colorado rivier die hier door de valley slingert tussen enorme rode rotsen. Deze hoge rotsen zijn ‘Buttes’, dat zijn rotsen die gevormd zijn doordat eeuwen lang de zachtere omgeving geërodeerd is door wind en water, de harde vaak kaarsrechte rotsen blijven staan. Tussen deze rotsen zijn wij maar hele kleine nietige wezentjes. 
De Colorado River is hier fel oranje gekleurd door de weerschijn van de oranje-rode rotsen en door de oranje modder die wordt meegesleurd door het water.
We rijden langs een stuk verticale rotswand waar veel steile wand klimmers hun hobby uitoefenen. 
Even verder worden we gewezen op de inscripties die in de rotswand zijn gekerfd door de Indianen in de tijd dat zij nog geen letters gebruikten, maar schreven in pictogrammen. 
Dat hier in de oudheid nog meer wezens hebben gelopen wordt duidelijk bij de volgende stop waar de voetafdrukken te zien zijn van een dinosaurus. Hoog boven ons is een stuk rotsplaat waar inderdaad de afdruk is te zien van een drie-tenige voetafdruk. Onderzoek heeft kennelijk uitgewezen dat het gaat om een echte afdruk van een dinosaurus.


Aan het einde van de weg staat de Potash mijn, hier wordt potash gewonnen. Potash is een verzamelnaam voor diverse natuurlijke zouten, het wordt voornamelijk gebruikt als grondstof voor kalium oftewel potassium zoals het hier heet. Kalium is het hoofdbestanddeel van kunstmest. Bij de ingang van de mijn houdt de verharde weg op en gaat de weg over in een dirt-road die naar Canyonlands National Park leidt. Met een camper van 5600 kg is het niet handig om op onverharde wegen te rijden, dus keren we om en gaan weer naar  Moab.
Het is tijd om de campground op te zoeken die we hebben besproken, ongeveer 10 km voorbij Moab. De camping ligt zo achteraf dat we ons niet verbazen dat het er erg rustig is. Er is een gedeelte permanent bewoond met stacaravans / mobile homes, maar het trekkers gedeelte is op één tentje na nog helemaal leeg. Dit wordt dan onze uitvalsbasis voor de komende dagen, ach het is hier lekker rustig en het scheelt de helft in prijs met de campgrounds aan het begin van Moab, daar is het een stuk duurder. En ….. geen overlast van buren, die staan zeker 100 meter van ons vandaan.

Vandaag gereden: 165  miles
Totale afstand:  2455 miles

Antelope Island – dinsdag 25 september


We hebben vandaag heel wat kilometers voor de boeg want we gaan richting Moab, maar voor het zover is, rijden we eerst nog even naar Antelope Island. Dit is een eiland in het Great Salt Lake, per slot heeft de stad haar naam aan dit grote meer te danken. We moeten daarvoor wel terug naar het noorden, een uurtje rijden vanaf de stadscamping. Antelope Island is een state park waar onze Nationale Parkenpas niet geldig is dus betalen we braaf de entree kosten á $ 9 en rijden dan een 11 km lange weg op met aan weerszijden het zoute water van Great Salt Lake. Het meer wordt gevoed door vier rivieren maar het water kan er niet meer uit zodat de zouten en mineralen er achterblijven en het meer vijf keer zo zout is als de oceaan, zeg maar de Dode Zee van Amerika. 
Ook dit meer heeft te lijden van de droogte van deze zomer want de waterstand is erg laag, grote stukken staan zelfs helemaal droog, de randen met het water zijn wit gekleurd van het opgedroogde zout. En dan te bedenken dat er van 1982 tot 1987 zo’n hoge waterstand was dat de weg er naar toe volledig weggespoeld werd en grote delen van het eiland in het meer verdwenen. De herstelwerkzaamheden hebben vijf jaar geduurd, zodat het park totaal tien jaar gesloten is geweest voor het publiek.
Na het routine bezoek aan het Visitor Center gaan we een rondje rijden op het eiland. Het is wat regenachtig weer, waardoor het erg rustig is op het eiland, we komen maar weinig auto’s tegen. We beginnen bij het Buffalo Point Overlook, op de route hier naar toe zien we al een aantal buffalo’s en een pronghorn. 
Dan rijden we naar de Historic Fielding Garr Ranch, deze ranch is gebouwd in 1848 en was ooit een echt “cowboy” ranch. De weg hier naar toe is 11 miles en is doodlopend, dus moeten we ook deze weg weer terug, eigenlijk is dit de enige weg op het eiland waar je met een auto kunt komen, de rest van het eiland kun je alleen te voet of te paard bezoeken. 
We komen nog een paar pronghorns tegen en mule deer gezinnetje, een soort herten met grote ezelsoren, en a lot of buffalo’s. Op de terugweg zien we nog meer mule deers en aan de waterkant zien we een heuse coyote lopen op zoek naar een lekker watervogeltje, helaas is hij net te ver weg om hem goed op de foto te krijgen maar met een verrekijker krijgen we toch een aardig beeld van hem.
Eenmaal van het eiland af gaan we echt kilometers vreten en rijden we langs Salt Lake City naar het zuiden. Wat een enorm uitgebreide stad is Salt Lake City en dan te bedenken dat dit alles met een handjevol Mormoonse gelukzoekers is begonnen. Het eerste stuk gaat over de Interstate, maar na twee uur kunnen we eraf en gaan we bergen in, die we al die tijd vanaf de snelweg al hebben gezien. We moeten het bergmassief doorkruizen dus wordt het weer flink klimmen en dalen. 
Het zonnetje schijnt hier en daar tussen de wolken door en dat maakt dat de diep rode herfst kleuren op de bergen extra goed uitkomen. Het is genieten van al die kleurenpracht.
Om half vijf houden we het voor gezien en rijden het dorp Price in om een campground te zoeken. Dat lukt, want naast de benzinepomp, de Mac en KFC ligt zo te zien een RV campground. We parkeren even bij de Big Kmart om het grote campingboek door te bladeren en maken dan gelijk van de gelegenheid gebruik om nog even te gaan winkelen. Na een leuke broek te hebben gescoord zoeken we de Legacy Inn, een motel met in de back yard een dertig tal camperplaatsen. De kampbaas maakt een beetje slome indruk, houdt geen administratie bij en geeft aan dat hij niet van plan is om vroeg op te staan om zijn gasten uit te zwaaien, we kunnen de sleutel van het toiletgebouw gewoon in de brievenbus gooien. Met dit spontaan geboden vertrouwen rijden we de verlaten campground op, we mogen zelf een plaatsje uitzoeken en gaan  na het aanhaken, ons avondmaal klaarmaken. Zowel het motel als de RV camp geven een gedateerde, ietwat vervallen indruk. Zou de naam Legacy (= nalatenschap) van dit motel / RV camp iets met zijn houding en inzet te maken hebben?

Vandaag gereden:  224 miles
Totale afstand:  2290 miles

Salt Lake City – maandag 24 september


We kunnen eindelijk weer eens uitslapen we staan pas om 8 uur op. Het begint echt op werken te lijken, we zouden bijna medelijden met onszelf krijgen. Om 10 uur staan we klaar bij de hoofdingang want daar stopt de shuttle-bus onderweg van het vliegveld naar downtown. Het is een gratis ritje, zit bij de prijs van de camping inbegrepen. We vullen de rugzakken en laten de camper dus lekker staan en laten ons de 14 blokken naar de stad rijden. 
We worden afgezet naast Temple Square, wat zoals de naam al doet vermoeden het plein is waar de LDS Church staat, oftewel de Church of Jesus Christ of Latter-day Saints. Een hele mond vol wat dus afgekort wordt tot de LDS Church. Salt Lake City is de bakermat van de Mormoonse kerk en hier staat het “hoofdkantoor” van deze kerk, waar meer dan 1000 man werkt. Dit geloof is tegenwoordig over 176 landen verspreid en telt ruim 13 miljoen leden en wordt voorgegaan door een president, 2 raadgevers en een quorum van 12 apostelen. Deze kerk is ontstaan in 1830 in New York, nadat God en Jezus Christus waren verschenen aan de oprichter en later evangelist Joseph Smith. Hij schreef hier een boek over en kreeg veel volgelingen. Zij werden in New York niet geaccepteerd en zij vervolgd, waarop de gehele gemeenschap verhuisde naar de staat Illinois. Daar werden Smith en z’n broer wederom vervolgd en uiteindelijk vermoord en besloot de nieuwe leider Brigham Young op zoek te gaan naar een stuk land waar geen mensen wonen en waar zij als gemeenschap hun geloof in vrijheid kunnen belijden. 
Tussen 1846 en 1869 maken zo’n 70.000 mormoonse pioniers de ca. 1.500 kilometer lange tocht naar de Great Salt Lake Valley en stichtten de huidige stad. 
Behalve een immense kerk is op dit plein ook het Tabernacle gbouwd, waar the Mormon Tabernacle Choir oefent en uitvoeringen geeft. Het gebouw heeft een fantastische akoestiek, ze claimen zelfs de beste akoestiek van de wereld, waar vanaf iedere zitplaats je een speld kunt horen vallen op het podium. Het orgel is de grootste van de wereld.

We luisteren even naar het oefenen van de organist en gaan dan verder naar het Visitor Center waar wordt verteld en uitgebeeld hoe Brigham Young in Utah aankwam met zijn Mormonen en hoe ze de tempel hebben gebouwd. 
Er staat ook een maquette van de tempel zodat iedereen kan zien hoe de tempel is ingedeeld en ingericht, alleen Mormonen mogen de echte tempel binnen gaan.
Direct naast de Temple Square staat nog steeds het Lion House, het eerste huis, en het Beehive House, het latere huis van Brigham Young en zijn vrouw en 7 kinderen. Wij worden rondgeleid door het Beehive House door twee mormoonse dames. Binnen deze kerk is het gebruikelijk dat jongens en meisjes na hun 18e jaar zo’n twee jaar voor de kerk werken om evangelisatiewerk te doen. Vanuit de hele wereld worden ze hier opgeleid voor hun taak.
Naast het Temple Square staat ook het Church Office Building, het hoofdkwartier van de kerk. Vanaf de 26e verdieping heb je een geweldig uitzicht over Salt Lake City. We vragen bij de receptie hoe we op die 26e verdieping kunnen komen en worden dan heel enthousiast meegenomen door een mormoonse gastvrouw die ons rondleidt langs verschillende schilderijen en beelden en ons de betekenis daarvan uitlegt. Uiteraard gaat het allemaal over het ontstaan van de Mormoonse Kerk, over de organisatie en blijheid die hun geloof geeft.
Ze verteld heel boeiend en neemt ons dan mee naar boven naar de 26e verdieping. Zonder begeleiding mag niemand meer naar boven sinds 9-11. Vanaf het panoramadak hebben we inderdaad een prachtig uitzicht over heel Salt Lake City. Onze gastvrouw wijst alles aan wat enigszins van betekenis is en weet er wederom veel over  de omgeving te vertellen.
Na afloop van de tour krijgen we een kaartje mee om de film over Brigham Young en de LDS Church te bekijken maar wij houden het voor gezien, genoeg kerk en geloof vandaag. We hebben het gevoel dat we overspoeld worden met informatie. Wat een gigantische organisatie en wat moet deze kerk rijk zijn als je ziet en hoort wat ze allemaal doen. De Olympische Winterspelen van 2002 zijn bijna volledig door deze kerk gefinancierd, eigenlijk is de hele stad inclusief winkelcentra en infrastructuur hun eigendom.
We gaan naar de overkant naar de City Creek Mall. Het is allang lunchtijd en omdat we onze koelkast niet bij ons hebben gaan we naar het Food-court. We laten ons een keertje gaan met fastfood, geen McDonalds maar toch. Al winkelend komen we weer wat souvenirs tegen voor het thuisfront, maar voor de Apple store moeten we naar een ander winkelcentrum The Gateway, 3 blokken verder. Na een kwartier lopen komen we bij de Union Pacific Railroad Depot aan ook genoemd The Gateway. Dit is het oude treinstation van Salt Lake City, wat ligt op een kruispunt van spoorlijnen. Binnen is geen trein of rails meer te bekennen maar wel een prachtige zaal met muurschilderingen over de aankomst van Young in Utah en de opening van de eerste Railroad, deze zaal ademt de oude sfeer van vroeger en is nu te huur voor evenementen. Achter dit gebouw, op het oude spoorwegemplacement is een gloednieuw winkelcentrum verrezen, hier  vinden we inderdaad de gezochte Apple store. Het is er loeidruk, de nieuwe Iphone 5 is enkele dagen geleden in de verkoop gegaan en iedereen wil zich even aan het kleinnood vergapen, vasthouden en mee spelen. Zo ook wij, voor 649 dollar mag hij van eigenaar wisselen, dus toch maar even niet. Helaas is het gezochte souvenir niet meer te koop en moeten we wachten op de komst van de geheel vernieuwde Ipod in oktober, nou maar hopen dat de release datum voor ons vertrek naar Nederland ligt.
We troosten ons met een Iced Coffee bij de Starbucks aan de overkant voor we teruggaan naar de plek waar het busje ons weer komt ophalen. Poeh, dat is een interessant dagje en mega veel informatie, wederom 8 km in de benen, nog net niet bekeerd en daarom tijd voor een biertje in de late avondzon, dat Mormonen geen alcohol drinken gaf toch de doorslag.

Vandaag gereden:  0 miles
Totale afstand:  2066 miles

Twin Falls - zondag 23 september


Nadat we alles weer losgekoppeld hebben gaan we naar de watervallen waar de plaats Twin Falls zo beroemd om is. De Snake River stroomt hier door een diepe canyon en bij Twin Falls  valt het water 64 m naar beneden, dit is ruim 15 meter meer dan de Niagara watervallen. Deze Shoshone Falls zijn genoemd naar de oorspronkelijke Indianen die hier woonden, maar worden ook wel de ‘Niagara of the West’ genoemd. Ondanks het najaar en de uitzonderlijk lange droogte van deze zomer is het nog steeds een indrukwekkende waterval. 
We kunnen ons best voorstellen hoe het in het voorjaar zal zijn als de sneeuw in de bergen gaat smelten en de rivier de hoogste stand bereikt. Evel Knievel heeft ooit geprobeerd zich over deze canyon heen te laten schieten maar brak daarbij 433 botten, de stumpert. De plek waar hij werd afgeschoten is nog steeds een bezienswaardigheid. 
We gaan nog een keer bij de supermarkt en benzine pomp langs om alles weer vol te stouwen en wippen nog even bij de liquid store binnen, want we gaan straks de grens over naar Utah en dat is een “Mormonen” staat. We weten dat Mormonen geen alcohol drinken en nog heel veel dingen niet doen die wij juist wel leuk, lekker en fijn vinden, ervaring uit onze eerste “west” reis heeft ons geleerd dat het in Utah erg moeilijk is om bijvoorbeeld aan alcohol te komen. De verkoop en controle  is voorbehouden aan de staat.
Als we bij Macy’s nog een jaar-voorraad make-up willen aanschaffen wordt ons een klantenkaart aangeboden die 15% korting geeft. Leuk geprobeerd maar zowel met een rijbewijs als paspoort lukt het niet om een account aan te maken, de verkoopsters geven het na een half uur op, zonder Amerikaans adres lukt het niet. We moeten voortaan een goed Amerikaans adres en telefoonnummer meenemen als we gaan winkelen, want iedere winkel heeft zijn eigen kortingpasjes en -systemen, vanmorgen ook bij de Albertsons, de Amerikaanse AH, een pasje gescoord en $15,= korting gekregen. 
Dan vertrekken we toch echt, willen we vandaag nog in Salt Lake City aankomen, wij hebben zo’n 240 miles is 386 km voor de boeg, toch wel 4 uurtjes rijden op de Interstate. We rijden met een stel grote trucks mee op, zo nu en dan wisselen we van chauffeur, een stukje goede muziek op en de tijd en miles vliegen om! Het landschap verandert geleidelijk, van de grote landbouwgebieden in Idaho in de ruigere natuur in Utah. Veel staatsburgers van Idaho zijn trots op hun farmers-bestaan. In het bijzonder op de aardappels die zij verbouwen, de Idaho aardappel is een delicatesse in heel Amerika. Grote bedrijven, als McDonalds laten hun (friet)aardappelen daar verbouwen.
Op de kentekenplaten van hun auto’s staat “Idaho the Potato State”, rare jongens die Amerikanen, staat toch niet heel stoer om dat op de kenteken plaat te zetten.
Maar goed, om een uur of vijf arriveren we in Salt Lake City en dat is echt een grote stad, met een rondweg van 16 banen breed, het is best druk voor de zondag, iedereen is weer op weg naar huis. De campground ligt zo’n 14 blocks van het echte downtown, hoewel niet te lopen, toch wel heel dicht bij. We krijgen de nodige folders en horen dat er een gratis shuttle loopt vanaf de campground naar Temple square. Vanavond de  POI’s inventariseren  en een lijstje maken wat we minimaal allemaal willen zien, dat wordt weer wandelschoenen aan!


Vandaag gereden:  240 miles
Totale afstand:  2066 miles

Craters of the Moon – zaterdag 22 september

We maken er een korte nacht van want we willen veel doen vandaag en staan dus weer om 7 uur op. We gaan naar Craters of the Moon een half uurtje rijden hier vandaan. We beginnen bij het Visitor Center en bekijken daar eerst een korte film met uitleg over de uitbarstingen van de vulkanen in dit landschap, dan gaan we de loop rijden door het park. Het is een loop van 7 miles langs diverse interessante punten en trails.
Bij de eerste stop maken we een korte wandeling door het lava landschap, dit is één van de jongste kraters welke zo’n 2100 jaar geleden is gevormd door de lava stromen. We zien duidelijk de gestolde golven van lava en de vele barsten die in dit poreuze gesteente inmiddels is ontstaan, vooral het bevriezen en daarna weer ontdooien van water en sneeuw zijn hier debet aan. Bij de tweede stop maken we weer een korte wandeling en leren dan wat er zoal leeft in en op de lava gesteenten, zoals bomen, planten en dieren. Ondanks dat er geen voedingstoffen in het gestolde en gefragmenteerde lava zit, weet de natuur zich in de loop der eeuwen toch te ontwikkelen.
De volgende stop is bij een hoge berg waar we naar boven moeten lopen, het is maar 800 m naar boven maar wel met een helling van 42 %, het is één van de grootste basalt sintelbergen van de wereld. Krakend over de sintels stappen we rustig naast elkaar de berg op. Als we hijgend boven komen worden we beloond met een geweldig uitzicht, het lijkt net of we op het topje van de wereld staan. Het is nog steeds geen helder weer maar toch kunnen we over het hele park heen kijken. De loop voert ons naar een volgend punt, daar is een pad gemaakt naar een mini vulkaan waar we recht in kunnen kijken. De één na laatste stop brengt ons bij een punt waar we kunnen kiezen uit drie verschillende trails van 2 tot 4 miles. Deze slaan we even over want de temperatuur is inmiddels behoorlijk opgelopen en we hebben al de nodige kilometers in de kuiten zitten.
We rijden door naar de laatste stop waar we een aantal grotten kunnen bezoeken in de lava. Hiervoor is wel een toegangskaart nodig die we bij het Visitor Center hebben gekregen. De vleermuizen die in deze grotten wonen worden namelijk bedreigt met een dodelijk virus, dit virus is niet gevaarlijk voor mensen maar kan wel door mensen overgebracht worden. We mogen alleen de grotten in als we verklaren sinds 2005 niet meer in een grot of ondergrondse mijn te zijn geweest. Net als wij op de parkeerplaats aankomen begint er een wandeling met een Ranger, wij sluiten ons aan en lopen met de groep mee. De wandeling zal een uur duren over een lengte van een halve mijl. De Ranger stopt vaak onderweg en vertelt veel over het ontstaan van het landschap en over de verschillende lava stromen en lava as, ook over de vegetatie weet zij veel te vertellen. Na drie kwartier in de moordende zon komen we eindelijk bij de grot aan.
Via een korte ijzeren trap en stappend over rotsen komen we beneden in de lava tunnel. Na nog een praatje van haar krijgen we het aanbod om via de “achterdeur” de grot uit te gaan, maar daarvoor moeten we dan wel over hele grote rotsblokken klimmen en onszelf door een gat omhoog hijsen. Wij bedanken hiervoor en gaan gewoon terug zoals we gekomen zijn. We lopen de halve mijl weer terug en gaan nog even bij de andere lava grotten kijken, hier zijn goede dichte schoenen en een zaklamp verplicht. Na weer een wandeling van 1 mile door het warme lava landschap komen we bij de Boy Scout grot, deze ingang is zo klein dat er alleen kinderen in kunnen dus we lopen door naar de Beauty grot. Klauterend en struikelend over de stenen laten we ons in de grot zakken waar we ongeveer  100 m het stikke donker in kunnen lopen, daar was dus die verplichte zaklamp voor. Achterin deze grot waar het echt koud is, zien we een ingestorte gang en glinsteren er metalen fragmenten in het gesteente. Waar de vleermuizen zich op dat moment bevinden weten we niet maar wij zien ze niet.
We klimmen de grot weer uit en moeten dan nog een kwartier terug lopen naar de parkeerplaats met niets anders om ons heen alleen maar gestolde lava gesteenten. Het is net of we op de maan lopen, het is een erg indrukwekkend landschap.
Het is inmiddels drie uur en we hebben nog steeds niets gegeten, dus de airco gaat aan, de schoenen uit en we genieten van onze welverdiende lunch, we hebben inmiddels meer dan 8 kilometer in de benen zitten. Het wild wat we vandaag gespot hebben: één chipunck en een krekel die me aan zat te staren.
Het is nog vroeg dus we blijven hier niet op de lava camping maar vertrekken vast naar onze volgende bestemming Twin Falls.  Nadat wij het zwarte lava landschap achter ons hebben gelaten zien we alleen nog maar weilanden met aardappels, maïs of koeien tot we anderhalf uur later in Twin Falls aankomen. Op de camping is nog net één plaatsje over dus we hebben geluk. We rijden weer terug naar het centrum om spareribs te eten bij Applebee’s. Als toegift nemen we een 2 persoonstoetje bestaande uit een warm choco-cookie met daarop bolletjes ijs, slagroom en gesmolten fudge en twee lepeltjes. We sluiten dan af met een lekkere bak koffie op de camping. Poeh, dat was wel een inspannend dagje, dat was net werken onder prettige omstandigheden.


Vandaag gereden:  131 miles
Totale afstand:  1826 miles

Arco – vrijdag 21 september


Omdat we vandaag maar 230 km hoeven te rijden en onderweg niets van plan zijn, staan we wat later op. We ontbijten uitgebreid en gaan pas tegen 11 uur rijden. Het eerste stuk is nog heel mooi door de bergen, we genieten nog maar eens van de Indian Summer die hier wel heel goed uitkomt tegen de achtergrond van donkere naaldbomen. Als we over de bergen heen zijn volgt een lang stuk zeer rechte weg door vlak land, we zien alleen maar kale pas gemaaide akkers en soms wat paarden of koeien. In Idaho Falls rechts af en dan weer honderd kilometer rechtdoor tussen de weilanden en akkers door. Op één enkele pronghorn na is het enige spannende wat we meemaken een oranje motorlampje op het dashboard dat niet meer uit wil na de coffee-break. In de handleiding is niets te vinden over brandende oranje lampjes dus zetten we camper aan de kant en doen de motorkap open. We staren met z’n tweeën naar de motor en controleren het oliepeil en controleren de andere vloeistofniveaus  en dan houdt onze kennis weer op.
Het enige wat we kunnen verzinnen is dat we op aangeven van die aardige mevrouw bij de camperverhuur, steeds benzine hebben getankt met een octaangetal van 87. Op de voorruit zit een sticker dat we minstens 89 moeten tanken, maar dat is iets duurder en wij zijn (te) zunich. Aangekomen in Arco nabij de Craters of the Moon gooien we er toch maar een paar gallon met octaangetal 91 in en rijden nog een stukje door het dorp om de boel eens goed te schudden. Dat helpt want na tien minuten gaat het lampje uit, wij zijn weer een ervaring rijker.
We kiezen deze keer voor een KOA camping aan de rand van het dorp, omdat we al om 3 uur aankomen is er nog genoeg plaats. 

We maken er een rustige middag van en maken gelijk van de gelegenheid gebruik om maar eens een wasje te doen. Het is heerlijk weer en we genieten van de zon. Zo hoort vakantie te zijn, niet waar ?! Lekkere lummelen, het Hollandse nieuws even bekijken ……. wat een raar land dat Nederland , 25.000 “feestgangers” na een verkeerde publiekelijke facebook oproep van een 15 jarig meisje in Haren (Groningen), eindigend in rellen, grootschalig ME opteden, 20 arrestaties, plundering van de plaatselijke AH, auto’s in brand gestoken. Dat soort nieuws missen we echt niet!  

Vandaag gereden:  142  miles
Totale afstand: 1695  miles