Terug naar huis - vrijdag 19 oktober



We hebben onrustig geslapen, het zal de stress voor de reis wel zijn of de opwinding om weer naar huis te gaan. De wekker gaat om half acht, we moeten om half tien bij Moturis, de camperverhuurder zijn, om de camper in te leveren. We hebben alle tijd, dus rustig ontbijten en douchen en dan de laatste dingen in de koffer. Handbagage is al uitgezocht, dat moet alleen nog ingepakt worden. Als we nog een kopje koffie drinken is het ineens negen uur en moeten we toch nog haasten. De koelkast moet nog leeg, de bedden nog afgehaald, de vuilwater tanks geleegd, water- en afvoerslangen moeten nog losgekoppeld worden. Dat is even snel werken, in tien minuten zijn we klaar en rijden we langs de vuilcontainer om de dekbedden en lakens en de laatste restanten uit de keuken weg te gooien. 
Vijf minuten later staan we bij Moturis op de stoep. Het inleveren gaat een stuk sneller dan het ophalen, een korte check aan de buitenkant en dan worden de miles-stand en het generatorverbruik genoteerd. We praten nog even na over het ontbreken van een TV antenneaansluiting en over de problemen met de oven in het begin van de vakantie en dan zijn we klaar. We moeten nog 620 miles afrekenen, dat is wat we meer hebben gereden dan we van tevoren hadden ingekocht. We hadden 4200 miles ingekocht, en zouden nog 650 miles extra betalen bij het inleveren volgens onze begroting, we hebben maar 4826 miles (= 7767 km) totaal gereden, dus we zijn keurig binnen ons budget gebleven. 
Omdat we even moeten wachten op de shuttle die ons naar het vliegveld zal brengen gaan we een paar campers bekijken die in de verkoop staan. Schitterend grote campers variërend van 25 tot 40 feet, wat een luxe als je daar binnenkomt. Met de slide-outs is het net of je in een grote woonkamer staat, het lijken wel complete woningen.

Om elf uur worden we naar het vliegveld gebracht, recht voor de incheckbalie van Icelandair. We doen de koffers op slot en kunnen ze gelijk inleveren. Daar staan we dan op het vliegveld, het is pas twaalf uur en we vliegen pas om kwart over vijf. Om de tijd te doden gaan we koffie drinken met onze allerlaatste donut, we hebben nog een paar flesjes water over en wat yoghurtjes die niet door de security check heen mogen, daarom gaan we voorlopig nog maar in de vertrekhal zitten wachten, kunnen we nog rustig even de laatste bladzijde van de blog maken. Het wordt nog een lange dag, morgen om 13:00 uur landen we op Schiphol (plaatselijke tijd natuurlijk, voor ons is het dan pas 05:00 uur).
Om twee uur gaan we toch maar in rij staan bij de security check, zoals gewoonlijk schoenen uit, riem af, zakken leeg en alles op de band. En weer gaat er iets mis bij ons, dit keer is geen jägermeister maar een zakmesje. Cathy’s handtas wordt er uitgehaald er zit nog een klein Zwitsers zakmesje in, helemaal vergeten vanmorgen in de haast, die hadden we natuurlijk nog in de koffer moeten stoppen. Gelukkig gelooft de security dat zij ter goede trouw is en dat het per ongeluk was, maar het mesje wordt wel verbeurd verklaard. Wel ontzettend knap dat je zo’n klein gesloten zakmesje in een handtas die weer in een handbagagekoffertje zit op van die doorlichtingbeelden te herkennen. Er zitten zoveel metalen voorwerpjes in en aan de tas en koffer.
We gaan naar de vertrekterminal om daar nog een paar uur te wachten. Er zijn maar weinig winkels, daar zijn we snel uitgekeken. Een half uurtje mensen observeren vinden we lang genoeg, we gaan een restaurant opzoeken. Bij Jimmy’s Bistro eten we de laatste echte Amerikaanse hamburger en rekken we de tijd tot we naar de gate kunnen gaan. Het boarden gaat heel snel, we vertrekken precies op tijd, over zeven uur landen we op Reykjavik. Slapen tijdens de vlucht doen we niet ondanks dat we pas zaterdagmorgen om half zeven op IJsland landen, voor ons is dan tenslotte pas half één ‘s nachts. Terwijl Cathy een paar films kijkt zoekt Peter vast een groot deel van de foto’s uit en stelt een mooie showmap samen, we willen het niemand aandoen om bijna 3000 foto’s te bekijken.
In Reykjavik gaat alles op rolletjes, deze douane doet niet zo moeilijk. We eten een broodje en hoeven maar een half uur te wachten voor we opnieuw kunnen boarden. Dan is het nog maar drie uur vliegen en landen we om 13.00 uur op Schiphol. Douane zien we hier helemaal niet meer, we komen geen paspoortcontrole meer tegen en voor de koffers interesseert zich ook niemand anders dan alleen wij zelf. De ophalers staan al te wachten en na een kopje Hollandse koffie gaan we op weg naar Zeist. 
Wij hebben een geweldige vakantie gehad en vinden het leuk dat zoveel mensen met ons meereisden via deze blog.
Op naar de kids en ons huis in Zeist en natuurlijk de kat, want hij kon maar niet begrijpen waarom zo’n vakantie zes weken moet duren, ronduit belachelijk en hij wilde dus echt niet knorren toen hij ons zag en herkende, maar ja daarvoor is ’t is ook een Siamees!

Vandaag gereden:  1  miles
Totale afstand gerden:   4826 miles  =  7767 km
Vandaag gevlogen:       4820 miles  =  7757 km

Denver – woensdag 17 en donderdag 18 oktober


Dinsdagavond tijdens het eten begon het steeds harder te waaien, we hebben snel gegeten en hebben ons ijsje maar binnen opgegeten. Het gierde om de camper en de wind nam steeds meer toe met windstoten van naar we later hoorde van meer dan 100 km/u. Omdat de wind over een open terrein recht op de zijkant stond van de camper werden we bijna zeeziek van het schudden van de camper. Om 11 uur ’s avonds was de storm zodanig toegenomen dat het ons niet verantwoord leek om de camper zo te laten staan. We hebben de camper een kwart slag gedraaid met de neus in de wind. Het werd gelijk een stuk rustiger in de camper, het gieren was een stuk minder en schudden deden we bijna niet meer. Dat slaapt toch een stuk fijner. Het is net als met een boot bij storm moet je met de kop op de wind gaan liggen!
Woensdag wordt een relaxte dag, geen grote plannen, een beetje onthaasten en we kunnen dan ook lekker uitslapen waarna we gaan winkelen bij de twee grootste winkelketens, de Big-Kmart en de Super Walmart. Kleding kopen blijft voor Europeanen een leuke bezigheid in Amerika. We eten ‘s avonds de laatste restjes uit de diepvries en maken er een rustige avond van, we hebben even geen zin om een verslag te maken voor de blog, we hebben weinig meegemaakt en winkelen weten jullie wel hoe dat gaat. Het waait nog steeds behoorlijk en het is koud dus lekker de kachel aan.
Donderdag staan we wel redelijk vroeg op want de koffers moeten worden gepakt. Het weer is volledig opgeknapt, de zon schijnt, dus we leggen de koffers buiten op de picknick tafel. Het valt toch best tegen wat er allemaal uit de kastjes komt, we hebben meer verzameld in de afgelopen zes weken dan we dachten. Uiteindelijk lukt het om alles in de koffers te krijgen en rijden we precies om 12 uur weg uit het Cherry Creek State Park.
Helaas is één van de koffers tijdens de heenreis één van de vier wielen verloren, maar tijdens het inpakken blijkt dat de koffer wel meer schade heeft opgelopen want het uitschuifbare handvat breekt spontaan af. Met deze koffer kunnen we dus niet meer reizen, we zijn dan ook genoodzaakt nog een laatste keer naar de Kmart te gaan om een nieuwe koffer te kopen. Daarna gaan we op weg naar een goed initiatief. Op het AllesAmerika forum wordt door verschillende Neder-Amerikanen in diverse staten ruimte aangeboden om tijdens de vakantie aangeschafte spulletjes bij hen achter te laten. Deze overcomplete zaken, zoals koelboxen, campingstoeltjes, parasols, inventaris e.d. die niet mee terug kunnen in het vliegtuig, bij hen achter te laten om deze te hergebruiken in plaats van weg te gooien of achter te laten bij de camper- of autoverhuurder. Zij bemiddelen dan en zorgen dat andere forumleden die hier hun vakantie in dat gebied starten, deze spulletjes kunnen lenen en/of gratis kunnen afhalen. In Denver heeft Loek een deel van zijn schuur hiervoor beschikbaar gesteld. We hebben zelf geen spullen kunnen halen omdat in de opslag bij Loek alleen nog koelboxen stonden, maar wij steunen dit initiatief van harte en brengen onze stoeltjes, kussens en nog wat kleinere artikelen naar de opslag van Loek, daar zullen de spullen waarschijnlijk overwinteren tot er weer nieuwe vakantiegangers in Denver aankomen en hiervan gebruik willen maken.
Nadat we dit hebben afgeleverd gaan we naar Golden naar de laatste campground van deze vakantie. We hebben hier een paar dagen geleden al een plek besproken dus we worden verwacht. Het is een kleine campground met hele kleine plaatsen maar we worden door de buurvrouw van harte welkom geheten, twee minuten later klopt ze op de deur en krijgen we twee flesjes bier van de plaatselijk brouwerij, ook op een kleine camping kan het gezellig zijn.
Rest ons alleen nog het schoonmaken van de camper, althans de binnenkant. Dit is in een half uurtje wel klaar, zo groot is die camper nou ook weer niet.
Als afscheid van de vakantie gaan we uit eten bij Applebee’s, nog één keer zo’n lekkere steak zoals Amerikanen die kunnen bakken en als toetje trakteren we ons op een Chocolate Chip Cookie Sundae, een heel groot chocolate chip koekje met een toren van vanille ijs en slagroom versierd met karamelsaus. Het is gebruikelijk dat je zo’n toetje op één bord geserveerd krijgt met twee lepeltjes en samen het toetje opeet. Dat is nog een hele klus want het toetje is weer Amerikaans groot.
Terug op de campground schrijven we dit stukje onder het genot van een lekker kopje koffie, straks nog de laatste wijn en een restje jägermeister en dan is de koelkast echt leeg.

Morgen is de vakantie voorbij, dan moeten we bijtijds opstaan om de camper terug te brengen en afscheid nemen van ons tijdelijke huis. Met gemengde gevoelens de laatste avond vieren!


Gisteren en vandaag gereden:   91 miles
Totale afstand:   4825 miles

Denver – dinsdag 16 oktober


Vandaag gaan we naar het centrum van de stad. Denver is de hoofdstad van de staat Colorado en wordt ook wel de 'Mile High City' genoemd want de stad ligt precies 1 mijl boven zeeniveau. Niet alle delen van Denver liggen even hoog, maar op één van de treden van het State Capitol, het regeringsgebouw in het centrum is een marker aangebracht, daar sta je precies 1 mijl boven zeeniveau. Het is een half uur rijden naar LoDo, oftewel lower downtown, toch weer 15 miles dwars door de stad. 
We vrezen dat het parkeren een probleem gaat worden, er zijn wel een aantal parkeergarages downtown maar daar kunnen we met de camper natuurlijk niet in. Gelukkig vinden we al snel een plekje op een gewoon parkeerterrein twee blokken van de 16th Street af, uiteraard wel een betaald parkeerterrein, en hoewel de plekjes erg klein zijn en er geen speciale RV plekken zijn lukt het ons toch om de camper in een hoekje te parkeren. 16th Street is een 1 mile lange winkelstraat die loopt van het State Capitol tot LoDo. Er rijdt hier een gratis shuttle bus door de straat op en neer.
We rijden met de shuttle eerst naar het einde van de 16th Street en lopen gelijk door naar het State Capitol. Hier worden nog steeds de staatszaken besproken maar het is ook open gesteld voor publiek. We gaan natuurlijk even op de trap kijken waar we precies 1 mile hoog staan en lopen dan naar de ingang. Binnen moeten we door de security check, alles uit de zakken en door de metaaldetector en dan mogen we vrij rondlopen door bijna het hele gebouw. We sluiten ons aan bij de rondleiding die net van start is gegaan, helaas is dat een wat langdradige bedoening en na een uur haken we af en gaan naar buiten. 
Toch hebben we wel een hoop gezien en het nodige opgestoken van de gids. Het gebouw is prachtig met veel marmer en bladgoud. Het merendeel van de bouwmaterialen komt uit de staat Colorado en wordt door de diverse gemeenschappen geschonken. Het roodroze rozenmarmer waarmee de pilaren zijn bedekt is zo zeldzaam dat 90 % van dit gedelfde marmer geschonken is aan The State. De grijze granietblokken aan de buitenzijde komen uit de Black Canyon of The Gunnison en het goud op het dak van The Dome (de koepel) is geschonken door de goudmijnen in de Rockies en betreft 5,7 kg. De diverse kamers en senatoren vergaderen hier wekelijks, de fractiekamers van de senatoren zijn dan ook druk in gebruik. We zullen ongetwijfeld belangrijke lokale grootheden gezien hebben, maar dat daar hebben wij geen benul van. Opvallend was wel dat er erg veel schoolexcursies waren die door speciale gidsen werden rondgeleid. Na verlost te zijn van de langdradige gids lopen we naar buiten. 
Het park om het Capitol is volledig in beslag genomen door de eekhoorns, overal staan eikenbomen en de eekhoorns zijn druk bezig hun wintervoorraad eikels bij elkaar te zoeken. Aan de andere kant van het park staat het City- en Countybuilding van Denver, dit is nog groter dan het State Capitol maar wij mogen er niet in. Ook The Mint (de Munt) ernaast mogen we niet in als we geen afspraak hebben. Maar goed 1 rondleiding is voorlopig wel weer genoeg.
We laten de eekhoorns hun gang gaan en gaan naar 16th Street. Met een tussenstop voor de lunch slenteren we langzaam langs de winkels en vinden zelfs nog een leuk souvenir voor één van de thuisblijvers.  
Er zijn zoveel Starbucks tentjes langs die ene mijl dat we er niet onderuit komen om bij één van hen te pauzeren met een lekkere iced caramel macchiato. Aan het einde van de winkelstraat staat onze camper, lekker de wandelschoenen uit, airco aan en even wat drinken voor we terug rijden naar de campground in het Cherry Creek State Park.
Als we bij onze plek aankomen wacht ons een onaangename verrassing, de afvoerslang en de waterslang die we hadden laten hangen zijn beiden verdwenen. Op campgrounds is het de gewoonte dat je de slangen en eventueel stoeltjes laat staan als je de plek voor een aantal dagen hebt gehuurd, op deze manier is ook duidelijk dat de plek bezet is. Wij hebben dat velen zien doen en wij hebben dat de afgelopen zes weken ook zo gedaan. Tot nu toe is dat altijd goed gegaan, tot vandaag. Buren schieten gelijk te hulp en lenen ons een waterslang zodat we in ieder geval vers water kunnen innemen. Dumpen is vandaag niet noodzakelijk maar a.s. vrijdag moeten we de camper inleveren met slangen en lege afvoer tanks. Het kantoor is inmiddels gesloten en de Camphost, een vrijwilliger die het hele seizoen met zijn camper op één van de velden staat, weet ook van niets hij heeft de slangen vanmiddag nog zien hangen. Hij zal morgen de office en the State Rangers op de hoogte stellen van de diefstal. Na het eten vinden we in de vuilcontainer onze waterslang terug maar zonder de (dure) hoge druk connector die er aan zat, de rioolafvoerslang is echter nergens te vinden. We wachten morgenochtend de bevindingen van de Camphost af maar we gaan ervan uit dat we  morgen een nieuwe afvoerslang moeten kopen bij de Walmart.
Tijdens het koken wordt er aan de deur geklopt, een paar campinggasten willen graag weten wat het kost om zo’n camper te huren en of de camper goed bevalt. Als ze horen dat wij uit Nederland komen vinden ze dat geweldig en zijn ze er trots op dat wij hun staat komen bezoeken. Dit soort spontane praatjes maak je in een hotel niet mee, dat is de sfeer van een camping. Al met al staan we rond 19.00 uur in het donker met een zaklamp te BBQ’en, ook dat is het ware campingleven.  

Vandaag gereden:  30  miles
Totale afstand:  4733  miles

Denver – maandag 15 oktober


Het is hier zelfs ’s morgens al lekker warm, we lopen zomaar weer in een T-shirt. Gisteravond kwamen we er achter dat we maar vijf minuten van Moturis, onze camperverhuurder, af zitten waar we vrijdag de camper moeten inleveren, het is dus wel handig om donderdagnacht hier weer te slapen. Aan de overkant is ook nog een camping en die is een stuk voordeliger dan deze dus voordat we Denver ingaan bespreken we daar een plaats voor de donderdagavond.
De komende drie nachten willen op de campground in Cherry Creek State Park gaan staan, daar is het een kwestie van ‘first come, first serve’. We rijden daarom maar gelijk naar de campground om een plekje te reserveren voor we boodschappen gaan doen. We hebben de grootte van Denver nog niet goed ingeschat want van Golden aan de westkant van Denver naar Aurora aan de zuidoost kant is bijna 30 miles, 40 min rijden over twee verschillende Interstates. Na een half uurtje wachten hebben we een plekje gekregen voor twee nachten, woensdagmorgen moeten we proberen om onze plek nog een nacht te houden. Langer dan 2 dagen vastleggen kan niet, ook de dame achter de balie vindt dat overdreven maar zoals ze zei: “This is de State, these are the rules”, daar kon ze als ambtenares niets aan veranderen. 
Het is dan al twaalf uur als we eindelijk boodschappen kunnen gaan doen. We willen naar een K-mart om een paar spijkerbroeken te kopen voor Peter, die zit op Broadway in het centrum en daar zit ook de Amerikaanse AH supermarkt naast dus dat lijkt makkelijk. Toch is dat ook nog 14 miles waar we 30 min over doen, het is maar goed dat onze Truus de weg zo goed weet want wij waren al lang verdwaald. Bij Albertsons halen we een paar lekkere broodjes voor de lunch en vullen we de diepvries en koelkast nog één keer aan. Dan gaan we naar de K-mart om kleding te kopen, uit ervaring weten we dat we daar echte wrangler spijkerbroeken kunnen kopen voor nog geen 20 dollar. We vinden ook nog wat leuke shirts voor de familie, per slot willen ze graag souvenirs ontvangen.
We zitten redelijk dichtbij de Cherry Creek Mall, dus kunnen we gelijk doorgaan met winkelen. Dit is een prachtig, maar zeer luxe indoor winkelcentrum. We slenteren er maar wat doorheen, kijken bij Louis Vuitton, Tiffani’s en Swarosky, maar vinden niet echt wat we zoeken. We troosten ons met een lekkere ijskoffie bij de Starbucks en gaan dan naar de campground terug in Cherry Creek State Park. Dat moet hier toch wel dichtbij zijn? Niet echt, het is nog 12 miles terug rijden. 
We hebben de keus om over de Interstate te gaan of door de binnenstad en omdat het al bijna zes uur is verwachten we veel drukte op de Interstate. We rijden daarom de kortste weg door de binnenstad, of dat de goede keus is weten we niet want ook op deze 3-baans weg staan we in de file.
Als we het park inrijden gaat de zon net onder, in plaats van gelijk naar de campground te rijden gaan we daarom eerst nog even naar het meer midden in het park om te genieten van de zonsondergang. 
We wandelen nog een stukje over het strand en pas als het helemaal donker is gaan we naar de campground terug.


Vandaag gereden:   56 miles
Totale afstand:  4703  miles

Terug naar Denver – zondag 14 oktober


Het is veel minder koud vanmorgen, als we wakker worden schijnt het zonnetje zelfs al. We gaan nu echt definitief in de richting van onze eindbestemming Denver, maar omdat het een te grote afstand is om in één dag te rijden maken we nog een laatste tussenstop. Waar precies weten we nog niet, we nemen de scenic byway naar Leadville een dorpje halverwege Denver en kijken dan wel verder.
Als we rond 10 uur de Black Canyon uitkomen zien we in de verte de besneeuwde bergtoppen waar we gisteren nog reden, maar wij rijden lekker in het zonnetje naar het oosten. Het is heel rustig op de weg en we beseffen dan pas dat het vandaag zondag is, iedereen slaapt uit of zit al in de kerk. We nemen de scenic byway ‘Top of the Rockies’ die naar Leadville gaat. We komen steeds hoger in de bergen en komen zelfs weer boven de sneeuwgrens. 
Het landschap is prachtig op de Monarch Pass, met die witte bergtoppen op de achtergrond, maar het is er ijzig koud, bijna te koud om uit te stappen. Hier zien we hikers die gaan wandelen in de sneeuw. Leadville blijkt een wintersportplaatsje te zijn op 3200 m hoogte in de Rocky Mountains. Er is hier niet veel te beleven, het skiseizoen is nog niet van start gegaan, bovendien is het pas twee uur dus we kunnen nog wel een uurtje doorrijden voor we een campground gaan zoeken. Als we anderhalf uur later de Interstate oprijden hebben we nog steeds geen campground gezien. Bij de volgende afslag staan wel twee campgrounds aangegeven maar dat zijn natuurcampings aan het meer en we zitten nog steeds boven in de Rocky Mountains midden in de skigebieden. We hebben nu de keus om hier te blijven in de vrieskou of door te rijden naar de eerstvolgende plaats die iets lager ligt en waar het minder koud is. We kiezen voor de tweede optie, dat wordt dan Golden, een voorstadje van Denver. We moeten dan nog wel de naar de andere kant van de Rocky Mountains en zelfs met een Interstate is dat behoorlijk klimmen. Het hoogste punt dat we bereiken is 3600 m, de top hoeven we net niet over we mogen door de tunnel. De eerste campground die we opzoeken in Golden is helemaal vol, maar gelukkig hebben we op de tweede nog wel een plekje. Het is inmiddels al zeven uur geworden dus we steken gelijk de barbecue aan. Het was een lange dag maar we zijn een dag eerder in Denver aangekomen dan gepland, straks maar eens kijken wat Denver ons de komende dagen te bieden heeft. We willen in ieder geval nog de nodige inkopen gaan doen maar ook de stad gaan bekijken, per slot is dit de hoofdstad van de State Colorado en met alle voorsteden meegerekend zo groot als de hele randstad, dus op de fiets naar het centrum is er niet bij!


Vandaag gereden:  314  miles
Totale afstand:   4647 miles

Black Canyon of the Gunnison – zaterdag 13 oktober


Als we wakker worden is het net of we alleen op de wereld zijn, we hebben ongeveer 10 meter zicht om ons heen de rest verdwijnt in een dichte mist. 
Het is ook knap koud geweest vannacht want de verwarming is een paar keer aangeslagen. Om te douchen moeten we naar de Headquarters vlak bij de uitgang van de campground, gelukkig hebben we een douche aan boord en voldoende warm water, wat een luxe zo’n camper. Bij de uitgang dumpen we ons vuile douchewater en dan zijn we al voor half tien op weg naar onze volgende stop. Het wordt een lange reis maar vandaag gaat het juist om die reis en in mindere mate om het einddoel. We willen een scenic byway rijden de ‘million dollar highway’ volgens één van de legendes kostte het in 1920 één miljoen dollar per mijl om deze weg te bouwen. De eigenlijke million dollar highway is maar 19 miles lang en loopt van Silverton tot Ouray, maar meestal wordt de hele weg van Durango tot Ouray hiermee aangeduid.
Als we van de campground af komen rijden we nog steeds in een dichte mist en we zien de bui voor vandaag al hangen, dat wordt waarschijnlijk weinig uitzicht onderweg. De campground ligt erg hoog op het Mesa Verde en naarmate we dichter bij de uitgang van het park komen rijden we ook lager en daar is het helemaal niet mistig, we hebben vannacht gewoon in de wolken geslapen.
De route over de million dollar highway is ons aangeraden op het usa4all forum en het is absoluut een goede tip geweest. Vanaf Durango gaat de highway omhoog de bergen in. De weg is bijzonder goed onderhouden en het landschap is schitterend. 
We slingeren langzaam  naar boven, om ons heen zien we diverse hoge bergtoppen met sneeuw. Na een uurtje begint het zelfs te sneeuwen op de hoogte waar wij rijden, het is hele fijne stuifsneeuw. Als we op de eerste bergpas voor het eerst uitstappen merken we hoe koud het is. De pas ligt op 3200 meter hoogte, we hebben het in een dun shirt en zomerjas behoorlijk koud en pakken toch maar de dikke truien achter uit de kast. Twee dagen geleden liepen we nog in een korte broek in Bluff te puffen van de hitte, het kan raar gaan met dat weer.
Midden in de bergen komen we in een dal (op 2200 meter) het dorpje Silverton tegen, dit oude plaatsje is echt een verrassing. Silverton is een voormalige zilver mijnbouw kamp opgericht in 1874, waar de huizen nog origineel zijn of in die steil nieuw gebouwd. Tegenwoordig is het een zeer toeristisch dorp gericht op de wintersport en ’s zomers op backcountry touring zoals wandelen, mountainbiken, raften, paardrijden en jagen.
We gaan een stukje lopen en horen in de verte een oude stoomlocomotief fluiten. De oude locomotief van de Durango-Silverton railway rijdt hier nog steeds toeristen heen en weer. We eten een echte hamburger in de stationsrestauratie en gaan dan weer verder op de million dollar highway. De weg voert ons weer omhoog, nog hoger dan vanmorgen, dit keer komen we echt in de sneeuw terecht. Pas na Ouray laten we de bergen achter ons liggen, dan is het nog een uurtje tot de Black Canyon of the Gunnison. Deze canyon is ons einddoel voor vandaag, het is het op twee na kleinste National Park van Amerika. 
The Black Canyon of the Gunnison is één van ruigste, steilste en meest donkere canyons van Amerika en is 2 miljoen jaar geleden ontstaan. De wanden van de canyon bestaan uit zwart vulkanisch gesteente en de kloof bereikt een diepte van 600 m terwijl deze niet breder is dan 450 m. Het zonlicht krijgt hierdoor weinig kans de wanden te beschijnen. De rivier de Gunnison heeft in de loop der tijden de kloof steeds dieper uitgesleten. De oorspronkelijke canyon was 80 km lang maar door een drietal dammen ten behoeve van de watervoorziening en schone energie verkeert slecht 20 km nog in de oude staat, dit mooiste en diepste stuk is nu het Nationaal Park .
Het is al half vier als we op de campground in het park aankomen en we boeken gelijk een plaatsje. We hebben nog tijd om de South Rim te rijden van de canyon, die is maar 9 miles lang. We stoppen op de meeste overlook punten maar slaan de echte trails over, daarvoor is het al te donker en te koud. We schieten mooie plaatjes en krijgen telkens kriebels in de buik als we in het diepe donkere ravijn kijken.
Op de campground zoeken we onze gereserveerde plaats op maar daar staan inmiddels twee tentjes. Ons reserveringstrookje is verdwenen, gelukkig is het niet vol en dus zoeken we een ander plekje om de camper te stallen voor vannacht. We zouden gaan barbecueën maar  hebben daar weinig zin in, we zijn door en door koud en knutselen binnen wel een hapje in elkaar. Morgen weer een nieuwe dag met nieuwe kansen op mooi weer, wie weet lopen we dan weer te puffen in korte broek!



Vandaag gereden:   178 miles
Totale afstand:   4333 miles

Mesa Verde – vrijdag 12 oktober


Er is vannacht flink wat regen gevallen met behoorlijk veel onweer, het geluid weerkaatste tegen de bergen en kwam steeds weer terug rollen. Vandaag is ook de temperatuur een stuk gedaald, gisteravond zaten we nog in korte broek buiten te eten, nu moeten we een lange broek en trui aan. 
We gaan langzaam weer in de richting van Denver, maar ook in de zuidwest hoek van Colorado is nog van alles te zien. Ons doel vandaag is het Mesa Verde National Park, dit is het enige Nationale Park in Amerika waar het niet gaat om de natuur, maar om de geschiedenis van de vroegere bewoners, de zogenaamde Native Americans. Halverwege de 6e eeuw vestigde een groep Indianen zich op een dichtbegroeide hoogvlakte in het zuidwesten van Colorado. De naam van dit gebied, Mesa Verde, betekent 'groene tafel'. Deze vlakte ligt op een hoogte van 2500 m
In het zuiden van dit gebied liggen veel ravijnen en canyons waar de Indianen op beschutte plekken in de rotsen hun woningen hebben gebouwd. Omstreeks het einde van de 13e eeuw lieten ze hun nederzettingen om nog onopgehelderde redenen in de steek, waarbij ze veel van hun persoonlijke bezittingen achterlieten. De rotsnederzettingen en de andere vroege sporen van menselijke bewoning in dit gebied, behoren tot meest omvangrijke en best bewaarde archeologische vondsten in heel Amerika, het park staat ook op de werelderfgoedlijst vernoemd.  
De hele weg van Bluff naar Colorado heeft het af en toe nog geregend maar als we in het Mesa Verde inrijden schijnt de zon. Als we echter bij de eerste overlook even uitstappen begint het heel hard te hagelen en moeten we wel even schuilen onder een afdakje om niet kletsnat te worden voor we de camper weer kunnen bereiken. Gelukkig is het een korte bui en even later schijnt de zon weer met als toegift een prachtige regenboog in het dal.
Na 15 miles bereiken we het Visitor Center waar we kaartjes kopen voor een guided tour om de Cliff Palace te kunnen bekijken, hier mogen we alleen in onder begeleiding van een Ranger. De Cliff Palace is een grote aantal huizen gebouwd onder een uitstekende klif. De huizen zijn gebouwd van steen en klei en hebben vaak meerder verdiepingen. 
Om deze grotwoningen te bereiken moeten we langs steile en smalle uitgehouwen trappen naar beneden waar we uitleg krijgen van de Ranger over het leven van de Pueblo Indianen die deze woningen hebben gebouwd. Aan het einde van de tour moeten we via een andere smalle uitgehouwen trap en een paar houten ladders weer naar boven.
De Cliff Palace is het grootste aantal huizen welke samen zijn gebouwd, er zijn ongeveer 150 kamers / units gemaakt. Elders in het park zijn nog meer rotswoningen gevonden waarvan er nog enkele bezichtigd kunnen worden onder begeleiding van een Ranger. Vanaf de weg kunnen we wel een aantal van deze woongroepen zien aan de overkant van het ravijn. Het Spruce Tree House is de op twee na grootste woongroep en die mag zonder begeleiding bekeken worden maar daarvoor moeten we wel 800 meter lopen over een steil pad naar beneden. Wij bekijken de woningen van bovenaf met een verrekijker, het is al einde van de middag en waterkoud. We gaan naar het Spruce Tree Museum. Hier liggen veel archeologische vondsten afkomstig uit dit gebied uitgestald en wordt met maquettes en kleine poppetjes duidelijk gemaakt hoe het leven van de Pueblo Indianen er uit gezien moet hebben.
Duidelijk wordt dat deze Indianen niet alleen van de jacht leefden maar ook allerlei gewassen verbouwden. In de latere periode maakten ze ook potten, manden en sieraden en dreven ze handel met andere stammen buiten de Mesa Verde. Er zijn in de opgravingen exotische schelpen en restanten van cacao en aardappelen gevonden, wat betekent dat deze handel het gebied bestreek van Canada tot ver in Mexico.
Op de Mesa Top Loop zijn restanten te zien van Pithouses, dit is een voorloper van de stenen huizen zoals we eerder bezochten in de Cliff Palace.

De eerste bewoners van Mesa Verde maakten een ondiepe kuil in de grond, zetten palen in de hoeken en maakten daar een dak op van hout en klei, dit is een Pithouse. Later werden de kamers helemaal ondergronds uitgegraven en het dak er bovenop gelegd, deze woonvorm heette een Kiva, de ingang was altijd via het dak. De ingang diende ook als schoorsteen voor het kampvuur in de woning. Nog later werden de kamers helemaal bovengronds gebouwd van stenen die gehakt en geschuurd waren uit de zandstenen rotsen. In de loop van tijd werden deze bouwwerken steeds steviger en kon men zelfs verdiepingen en torens bouwen.
Het is al over vijven als we richting de uitgang van het park rijden, we gaan dan maar de campground bij de uitgang en boeken een plaatsje voor de nacht. Het is inmiddels echt koud geworden met maar 3ºC, vannacht daalt de temperatuur nog verder tot onder het nulpunt. We doen de gordijnen dicht en de verwarming aan en gaan een Amerikaanse steak bakken met french fries en knoflookboontjes, voor ons als Native Nederlanders geldt : “geen beter leven dan een goed leven”.


Vandaag gereden:   139 miles
Totale afstand:  4155  miles

Mexican Hat – donderdag 11 oktober


’s Morgens nog even langs de supermarkt voor vers brood en dan verlaten we Page. De volgende bestemming is Mesa Verde National Park, maar dat is te ver in één dag. We willen niet langs de wegen jakkeren maar ook wat van de omgeving zien, zelfs als het alleen maar een verplaatsdag is. 
We nemen daarom de toeristische route, eerst 100 km via de Highway 98 en dan nog 100 km over de Highway 160. Beide wegen staan op de kaart als scenic byway, een mooie route, maar het grootste deel zijn toch echt weilanden met wat bomen, soms wat bergen maar meer niet. Tot we in de buurt komen van Monument Valley, hier verandert het landschap. We zien steeds meer zeer hoge Buttes waar Monument Valley beroemd om is.
In het verder vlakke landschap zijn deze Buttes in de skyline een heel apart gezicht. De scenic tour door Monument Valley is geweldig mooi maar gaat over een onverharde weg vol met kuilen en rotsblokken en is met een camper beslist niet te doen.
We zijn al eens in Monument Valley geweest en hebben toen de hele tour gedaan, maar dat was met een normale personenauto. We rijden er dus gewoon langs maar de Buttes die we zien vanaf de weg zijn weer buitengewoon indrukwekkend.

We rijden door naar Mexican Hat een dorpje met één straat en nog geen 100 inwoners dat zijn naam te danken heeft aan een wel heel aparte rotsformatie. Het is nog te vroeg om te stoppen voor de nacht maar we stoppen wel om langs de weg te lunchen met uitzicht op de Hat Rock.

We hebben een beetje pech door de vele bewolking, we moeten wachten met foto’s maken totdat de rotsen weer oplichten in de zonneschijn. Als we nog even door rijden komen we in Bluff, het is dan al half vier want we zitten weer in Utah dus de klok is een uur vooruit gegaan. Bluff is wel een grappig klein dorpje en ook hier staat weer een mooie rotsformatie die gekoesterd wordt door de bevolking, de Twin Rocks.






We bezoeken eerst het Bluff Fort tegenover de campground. Bluff Fort is een oude nederzetting van Mormoonse kolonisten, één van de huisjes uit 1880 is goed bewaard gebleven. Rondom dit huisje waar de Mormonen destijds een Fort hebben gebouwd met daarbinnen hun eigen huisjes staan nu een aantal replica’s die zijn ingericht met meubelen en gebruiksvoorwerpen die zijn overgebleven uit die tijd, waaronder ook de nodige gerestaureerde wagens en huifkarren. De huisjes zijn opgedragen aan de families die als eerste kolonisten in het fort gewoond hebben. Nazaten van deze kolonisten wonen nog steeds in Bluff en de omgeving.
Na dit stukje geschiedenis gaan we naar de campground tegenover het Bluff Fort, maar daar is geen plek meer voor onze RV, dit is de eerste keer in onze vakantie dat we dat meemaken en dat nog wel in zo’n klein gehuchtje. Eerlijkheidshalve moeten we wel vertellen dat deze campground maar over 15 plaatsen beschikt, dus de spoeling is dun. Gelukkig zijn er nog twee campgrounds hier en de volgende heeft nog ruim voldoende plaatsen over. We boeken een plaatsje voor één nacht en gaan rustig in het zonnetje zitten bijkomen van de lange reis.
We vragen ons wel af hoe de inwoners van dit plaatsje genoemd worden, volgens ons zijn het Bluffers !

Vandaag gereden:   175 miles
Totale afstand:   4016 miles

Page – woensdag 10 oktober


We zijn vandaag nog een dagje in Page en gaan naar de Antelope Canyon, er zijn twee verschillende Antelope Canyons de Upper en de Lower. De Upper Antelope Canyon is, weten we nu uit ervaring, de mooiste en dan vooral rond 12 uur, dan staat de zon recht boven de canyon en geeft het binnenvallende licht de minste schaduwen waardoor je de mooiste foto’s kunt  maken. Naar deze canyon zijn enkel georganiseerde trails mogelijk. Hier wordt je met een jeep naar toegebracht, onder begeleiding van een gids loop je dan langzaam door de kloof. De Lower Antelope Canyon is smaller en ligt op loopafstand vanaf de parkeerplaats. Tot 1997 mocht je zonder gids in deze kloof afdalen en net zolang blijven als je wilt. In 1997 heeft hier een vreselijk ongeluk plaatsgevonden en zijn er 11 mensen verdronken in een vloedgolf die plots door de kloof kwam aan rollen. 
Deze vloedgolf is ontstaan omdat er elders zwaar onweer ontstond en daardoor hevige regenbuien waren gevallen en het vele water een uitweg zocht naar de lager gelegen Coloradorivier via de Antelope Canyon. Onweer en regen kunnen in deze streek heel plotseling ontstaan en de inlandse bevolking kent dit fenomeen en weet hoe zij daar op moet reageren. Sindsdien mag je ook in Lower Antilope Canyon niet meer zonder gids naar binnen. Een paar jaar geleden zijn we al in de Upper Antelope Canyon geweest nu gaan we naar de Lower. Page en daarmee ook de beide canyons liggen in het Navajo reservaat, de Antelope Canyon is dus geen National Park maar wordt beheerd door de autochtone Navajo Indianenstam. We lopen met en groep achter de gids / Navajo Indiaan aan en komen spoedig bij een smalle kloof in de grond, dit blijkt de ingang van de Antelope Canyon te zijn. Via een paar stalen trappen komen we beneden op de zanderige bodem van de kloof. 
De kloof is gevormd door water en wind, het water vormt hier draaikolken en dat is goed te zien aan de horizontale strepen op de wanden van de kloof, de wind slijt het rode zandsteen nog verder af en zorgt dat alles rond en glad gesleten wordt. Omdat de kloof heel smal en kronkelig is ontstaat er in combinatie met het binnenvallende licht een waar kleurenpalet. Het gedeelte van de kloof waar we mogen lopen is 450 m lang maar we doen er zeker een uur over want iedereen staat voortdurend stil om foto’s te maken. We dalen af tot zo’n 18 meter onder het aardoppervlak. Onze gids die hier dagelijks loopt weet inmiddels de meest fotogenieke stukken aan te wijzen, hij geeft zelfs aanwijzingen over de optimale instellingen van de diverse fotocamera’s. Aan het einde van deze canyon is een lange stalen ladder en klimmen we weer naar de oppervlakte om bovenlangs terug te lopen naar de parkeerplaats.
Even buiten Page is een uitzichtpunt, in het Amerikaans overlook, over de Colorado River. Op dit punt maakt de rivier een bocht van 217 graden, hier genaamd de Horseshoe Bend Overlook. Vanaf de parkeerplaats lopen we door het mulle zand 1200 m een heel stuk naar beneden naar de overlook. Staande op de rand van de rotsen zien we ver beneden ons de Colorado stromen, we kunnen de hele bocht overzien. Helaas is het een stuk moeilijker om in het mulle zand weer 1200 m omhoog te lopen, maar het uitzicht was het waard.
We hebben na dit hoefijzer uitstapje nog tijd genoeg om nog een excursie te doen en we gaan weer naar het Visitor Center bij de Glen Canyon dam, we boeken de rondleiding van 14:30 uur en gaan dan eerst maar eens lunchen, airco aan in de camper, lekker aan onze eigen eettafel met uitzicht op het Lake Powell. Als we ons melden voor de rondleiding moet de hele groep eerst door de security. Alle metaal uit de zakken en dan door een metaaldetectorpoortje lopen, het lijkt Schiphol wel. De beveiliging is best streng maar dat is niet zo verwonderlijk als je bedenkt wat er mis kan gaan als iemand echt kwaad wil. Als deze immense dam bij een terroristische aanslag  zou worden opgeblazen, zou er een enorme overstroming plaatsvinden en de water- en stroomvoorziening voor 4 staten wegvallen. Lake Powell is het op één na grootste stuwmeer dat ooit door mensen is gemaakt. We gaan met de lift vanuit het Visitor Center naar het plateau boven op de dam en krijgen daar uitleg over de aanleg en werking van de dam. Er staat o.a. een originele turbineschotel tentoongesteld die 40 jaar dienst heeft gedaan. 
Daarna gaan we met een andere lift midden in de stuwdam naar beneden en komen 150 meter lager uit, net boven het water niveau aan de uitlaat kant. Daar krijgen we een inkijk in de ruimte waar de stroom opgewekt wordt door immens grote turbines. Als we langs die dam omhoog kijken is het nauwelijks te bevatten dat er aan de andere kant een enorm stuwmeer tegenaan drukt. Er staan deze middag 6 van de 8 turbines te draaien. Om aan te geven hoe groot de Glen Canyon Dam is : 216 meter hoog (178 meter boven de rivier), 475 meter lang en 91 meter dik. De bouw van de brug kostte 145.000.000 dollar en was gereed in 1963. De constructie bestaat uit acht Francisturbines van 155.500 pk (116.000 Kw/per uur) De totale capaciteit van de turbines bedraagt bij vol vermogen 1.296.000 kilowatt per uur hebben we geleerd tijdens deze heel interessante rondleiding en uit de film over het gebruik van de dam. Een dagje met mooie canyonplaatjes, een kronkelige rivier met veel zand en de nodige stuwdamtechniek, hoe intensief kan vakantie zijn !?!



Vandaag gereden: 25  miles
Totale afstand:  3841 miles

Page – dinsdag 9 oktober


De route naar Page voert ons naar de East Entrance van het Grand Canyon National Park, maar voor we bij de uitgang zijn komen we nog een paar mooie overlooks tegen. Hier kun je de Colorado River zelfs beter zien dan in de Canyon Village.
Als laatste stop in het park komen we bij Dessert View Watchtower. 
Hier staat een uitkijktoren gebouwd in1932, het is een replica van originele Indian Watchtowers. Op de begane grond natuurlijk het alom aanwezige souvenir winkeltje maar daarna kunnen we nog drie verdiepingen naar boven om van het uitzicht te genieten. De toren is binnen versierd met muurschilderingen over en in de stijl van de Navajo indianen.
Hierna nemen we de highway naar Page. Het zal vandaag grotendeels een reisdag worden. In Page blijven we een extra dag om wat mooie POI’s (points of interest) te bekijken. Het landschap is wat eentonig maar met de muziek op 10 komen we de tijd wel door. We rijden veelal tussen de rode en grijze rotsen door, de grond is erg rotsig en er groeit weinig, we zien wel regelmatig wilde yucca’s en veel manhoge cactussen. Ook dit is weer een gebied welke rijk is aan delfstoffen en er zijn veel open mijnen.
Onderweg hebben we meestal geen bereik op onze mobiele telefoons maar een half uurtje voor we in Page aankomen geven beide telefoons aan dat we in een andere tijdzone zijn aangekomen en dat het ineens een uur later is. Daar hadden we niet echt op gerekend want een paar dagen geleden toen we vanuit Nevada naar Arizona reden dachten we dat de klok een uur vooruit moest maar bleek dat de volgende dag een vergissing, in Nevada en Arizona heerst tot eind oktober de zelfde tijd. Nu rijden we nog steeds in Arizona en moet de klok toch verzet worden, we zijn dus zomaar weer een uur kwijt.
We zoeken eerst de camping op die we vanuit het grote camperboek hebben uitgezocht en bespreken een plaats voor de komende twee nachten, daarna rijden we door naar het centrum van Page. Als we Page inrijden valt ons de grote hoeveelheid kerken op die hier zijn, er staan wel negen kerken van verschillende geloofsgemeenschappen naast elkaar. Het centrum zelf stelt niet zoveel voor en voor we er erg in hebben zijn we al bij de Glen Canyon dam aangekomen. 
Ook hier is een toeristische attractie van gemaakt met een Visitor Center.  We hebben inmiddels goede ervaringen met Visitor Centers dus we gaan even een kijkje nemen. Middels diverse korte filmpjes wordt uitgelegd hoe de dam is gebouwd en wat er fout ging tijdens de grote overstroming van de Colorado. Er worden ook rondleidingen georganiseerd naar de catacomben van de dam maar als wij ons aanmelden blijkt dat de laatste rondleiding van die middag net van start gaat en dat de groep vol is. In de souvenir shop kopen we een DVD waarop de hoogtepunten staan van de meeste parken die we de afgelopen weken hebben bezocht plus de twee parken die we nog gaan bezoeken. Een leuke herinnering naast de vele foto’s welke we tot nu toe hebben gemaakt.
Na een korte blik op de klok zien we dat onze horloges een uur voor lopen, vreemd vanmiddag moesten we die toch een uur vooruit zetten volgens de gsm providers. Navraag bij en ranger leert ons dat Arizona zijn tijd nooit verandert, Nevada heeft wel een zomer- en wintertijd maar loopt ’s zomers gelijk met Arizona. Utah daarentegen loopt ’s winters gelijk maar nu een uur voor op Arizona, laten we nu dicht bij de grens van Utah zitten en omdat de mobieltjes net een sterk signaal uit Utah hadden opgevangen gaven ze dus de Utah tijd door. Inmiddels hebben ook de mobieltjes begrepen dat we in Arizona zitten en is het weer een uurtje vroeger. Op dit moment is het in Nederland negen uur later dan in Arizona, tot de wintertijd ingaat natuurlijk. Toen we naar Nevada gingen hebben we de horloges echt moeten verzetten en kon de klok een uurtje terug, één dezer dagen voor we in Denver zijn moet dat dus weer gecorrigeerd worden en moet de klok een uur vooruit. Wij raken de draad… uh tijd een beetje kwijt.
We gaan terug naar de camping en steken de barbecue aan. Na het eten kunnen we buiten blijven zitten, het is nog steeds lekker zwoel buiten wat een verschil met gisteravond. Zouden we vannacht dan toch de airco nog nodig hebben?


Vandaag gereden:  148  miles
Totale afstand:  3816  miles

Grand Canyon – maandag 8 oktober


Het is een goed uur rijden en dan zijn we in Grand Canyon National Park. We rijden eerst nog door het plaatsje Tusayan, waar we drie jaar geleden 2 nachtjes hebben gelogeerd in de Red Feather Lodge. 
We herkennen het Imax theater waar een unieke film over de Grand Canyon  hebben gezien en de restaurantjes  waar we hebben gegeten, er is weinig veranderd, enkel de weg door het centrum is vernieuwd. We rijden de South Entrance in en we zoeken gelijk de park camping op en boeken een plekje voor vannacht. We lunchen en dan gaan we het park in, we zitten op de South Rim. De canyon  moet je zien als een uitgeslepen diepe geul van 18 km breed waarin op het diepste punt (2 km diep)  de rivier de colorado stroomt. In miljoenen jaren is door water- en winderosie het landschap uitgeslepen en bepaalde de hardheid van het gesteente in hoeverre dit weg gesleten is. 
Het mooie van de Grand Canyon is dat je als het ware twee kilometer diep in de aarde kan kijken hoe deze in lagen is opgebouwd, een prachtig kleuren schouwspel. De South Rim is veel mooier dan de North Rim en daarom ook veel drukker. De parkdirectie heeft het toerisme groots aangepakt en enorme parkeerterreinen aangelegd, er rijden hier overal gratis shuttle bussen. Wij rijden met de camper naar het Marktplaza en zetten daar de camper neer. Er is daar een groot centrum gebouwd met een supermarkt en een grote souvenirwinkel waar wij nog even rond snuffelen. 
Als we de parkeerplaats verlaten op weg naar het Visitor Center zien we langs de weg een Mule Deer grazen. Ze is hier kennelijk thuis want ze trekt zich van niemand iets aan en eet rustig door als wij uitstappen om foto’s te maken. In het Visitor Center bekijken we een paar films over het ontstaan van de Grand Canyon. Achter het Visitor Center is een kort wandelpad naar de Rim, hier staan we letterlijk in een afgrond te kijken. We zijn er niet alleen je kunt bijna over de hoofden lopen. 
De toeristen worden massaal met touringcars aangevoerd, maken wat foto’s, zeggen Oh en Ah en verdwijnen weer, dit keer ziet het zwart van de Japanners. We merken ook nu weer dat als we een paar honderd meter verder lopen het steeds rustiger wordt. We wandelen 1 km langs de Rim naar het Yavapai Point daar nemen we de shuttle bus richting Yakipoint en stappen uit bij het South Kaibab trailhead. Hier begint een trail naar de Colorado River ruim 10 km naar beneden met een hoogteverschil van 1,2 mile. Omdat niemand in één dag heen en weer naar de Colorado River kan lopen, is er beneden een campground voor de hikers. 
Vandaar kun je naar de North Rim lopen of naar het Grand Canyon Village op de South Rim. In plaats van de trail naar beneden lopen wij boven langs de Rim terug naar een andere opstaphalte, weer een dikke kilometer en nemen we de shuttle terug naar de parkeerplaats waar de camper staat.
We gaan toch nog even naar de Canyon Village maar hebben geen zin om op de shuttle te wachten en nemen de camper mee. Een kleine vergissing want in heel de Canyon Village is geen vrije parkeerplaats meer te vinden waar wij onze camper kwijt kunnen. Is niet zo heel erg omdat we daar drie jaar geleden al heel uitgebreid het Visitor Center en musea hebben bekeken en daar een aantal grote wandelingen hebben gemaakt. 
Als we terug rijden naar de campground steken er voor ons twee Mule Deers over, ze zien ons echt niet als een bedreiging maar wandelen op hun gemak naar de overkant. Het is inmiddels vijf uur dus tijd voor het aperitief voor we eten gaan koken. Omdat het een natuurcamping is zonder elektra is het om 19.30 uur dan ook stikkedonker en fors kouder. Het scheelt zeker 20ºC met Las Vegas, vannacht is het om het vriespunt, maar dat maakt ons niets uit als echte diehards en natuurkampeerders! (in onze verwarmde camper)

Vandaag gereden:  68  miles
Totale afstand:  3668  miles

Hooverdam – zondag 7 oktober


Als we gaan inpakken merken we dat er in drie dagen toch best veel spullen uit de camper naar de hotelkamer zijn verhuisd, daar komen nog de nieuw gekochte kleding bij zodat we twee keer moeten lopen om alle tassen naar de camper terug te brengen. Het uitpakken van de tassen is heel snel gebeurd, alles heeft zo zijn vaste plaats in de camper gekregen in de vier weken die we nu onderweg zijn. Nadat we hebben ontbeten in de camper en de afwas van drie dagen hebben afgewassen kunnen we vertrekken, het is inmiddels al half elf geworden. 
Voordat we Las Vegas uit zijn hebben we al 17 miles op de dagteller staan, wat is Las Vegas toch groot. Als de snelweg ophoudt komen we voor het eerst deze vakantie in een echte file terecht, de snelweg eindigt bij verkeerslichten aan de rand van Boulder City waar de Hooverdam ligt. Vroeger ging er maar één weg over het water van Nevada naar Arizona en dat was over de Hooverdam heen. Drie jaar geleden hebben we al gezien dat er een nieuwe weg gebouwd werd hoog boven de dam, de highway is nu doorgetrokken over deze nieuwe brug. Wij rijden echter naar beneden want we willen over de dam zelf rijden. Vlak voor we de dam bereiken zien we op de bergen naast de weg een paar Bighorn Sheeps over de rotsen heen klimmen maar op de eerst volgende mogelijkheid om te stoppen zijn we al te ver weg en kunnen we ze niet meer zien en fotograferen.
De beveiliging van de Hooverdam is de laatste paar jaar flink aangescherpt, we moeten door de security check. We moeten uitstappen en alle buitenruimtes van de camper openmaken zodat die geïnspecteerd kunnen worden, zelfs de achterdeur moet open en de security officer komt ook even binnen rondlopen. Deze toeristen worden goedgekeurd en we krijgen toestemming om over de dam heen te rijden. Het is er erg druk en de eerste parkeerplaats waar nog plek is voor een camper ligt ongeveer een kilometer na de dam.
De Colorado River is de scheiding tussen Nevada en Arizona, zodat we aan de andere kant van de dam in Arizona zijn aangeland waar het gelijk een uur later is dan in Nevada, het is ineens 13:00 uur geworden. Dus times fly’s en we zetten een hoog tempo in de cruise control en gaan richting de Grand Canyon. 
Ondanks dat het zondag is rijden er veel vrachtauto’s op de interstate we zien zelfs heel wat road-trains rijden. Om vijf uur zijn we al in Williams, het is nog een dik uur rijden naar de Grand Canyon en we besluiten om hier te stoppen. We vinden een camping met wasmachines, omdat we geen schone handdoeken meer hebben is dat geen overbodige luxe en zetten we nog voor het eten de wasmachine aan. Na het eten hebben we eindelijk tijd om de blog bij te werken, in Las Vegas hebben we de blog een beetje verwaarloost. Lekker rustig op de camping in de oude vertrouwde camper, terug in ons natuurlijke “trekkers” leventje !   


Vandaag gereden:  221 miles
Totale afstand:  3600 miles